Onze website werkt niet optimaal in Internet Explorer, deze browser wordt niet meer onderhouden door Microsoft. Wij raden een moderne browser aan zoals Edge, Chrome, Firefox of Safari.

Het prijsplafond voor energie in 2023

Wat betekent het nog voor jou?

In 2023 gold het nieuwe prijsplafond voor energie. In 2024 zal er geen prijsplafond zijn voor energie. Wel kan het prijsplafond nog invloed hebben hebben op je jaarnota in 2024.

Ook wordt het Tijdelijk Noodfonds energie verlengd. De energiebelasting wijzigen zoals elk jaar. Dit jaar gaat de energiebelasting voor stroom omlaag en voor gas ga je meer energiebelasting betalen.

Wat is het prijsplafond voor energie? 

Door het prijsplafond betaalde je voor je energie in 2023 niet meer dan de maximale plafondprijzen die door de overheid waren bepaald.  De overheid had hier wel een maximale verbruiksgrens voor vastgesteld. Voor alle stroom en gas die je verbruikte tot die verbruiksgrens, gold voor iedereen een vaste prijs per kWh stroom en kuub (m3) gas.

De verbruiksgrenzen waren:

  • € 1,45 per kuub (m3) tot 1.200 m3 gas
  • € 0,40 per kWh tot 2.900 kWh stroom.

Dit is inclusief btw en energiebelastingen.

Hoe werkt het prijsplafond voor energie?

De verbruiksgrenzen van het prijsplafond per maand

De verbruiksgrenzen van het prijsplafond waren 1.200 kuub (m3) gas en 2.900 kWh stroom. Deze waren niet evenredig over het jaar verdeeld. In de winter verbruikten we bijvoorbeeld meer gas dan in de zomer. Elke maand heeft een eigen maximaal prijsplafondverbruik voor stroom en voor gas. Dit laten we in de onderstaande tabellen zien. Je ziet de maximale verbruiken binnen het prijsplafond per maand voor stroom en gas in 2023, zowel in percentages van het totaal als in kWh en kuub (m3). Deze verdeling over de maanden was door de overheid vastgesteld.

Stroom in kWh per maand. Door afronding kunnen er kleine verschillen ontstaan.

Gas per maand in kuub (m3). Door afronding kunnen er kleine verschillen ontstaan.

Wanneer betaal je de prijzen uit je energiecontract?

Verbruik je méér energie en ga je over de verbruiksgrenzen van het prijsplafond heen? Dan betaal je hiervoor de prijs die in je energiecontract staat. Heb je in 2023 nog een contract met vaste energieprijzen die lager zijn dan de prijsplafondprijzen? Dan betaal je gewoon jouw lagere contractprijs voor je energieverbruik en betaal je minder dan de prijsplafondprijzen.

Wat kan ik doen om onder het verbruiksplafond te blijven?

In MijnDELTA kun je zien hoeveel je verbruikt. Dit kun je dan vergelijken met de maximale verbruiken van het energieplafond per maand in tabel 3.
Zit je boven dit verbruik? Probeer dan te besparen op je energieverbruik. Op onze duurzame oplossingen pagina geven we je tips om energie te besparen, zowel tips die niets kosten (maar wel direct resultaat geven) als tips die een kleine of grotere investering vragen.

tabel 3

tabel 3

Wat betaal je met een variabel contract?

Het prijsplafond geldt tot een maximumverbruik: 2.900 kWh voor stroom en 1.200 kuub voor gas. Daarboven betaal je de prijs van je energiecontract. Het prijsplafond voor 1 kuub (m3) gas is 1,45 euro. Voor 1 kWh stroom is dat 0,40 euro, inclusief btw en energiebelastingen. De prijs van je energiecontract kan, bij een variabel contract, meerdere keren per jaar veranderen. Daarom berekenen we bij de jaarafrekening een (gewogen) gemiddeld contractprijs. Daarbij wegen we zowel je prijzen als het verbruik in die periode mee. Blijft je gemiddelde contractprijs van je vaste of variabele contract onder het prijsplafond, dan geldt het prijsplafond niet. Komt je gemiddelde gewogen contractprijs boven het prijsplafond, dan je krijg het verschil als korting op je jaarnota.

Rekenvoorbeelden bij een contract met variabele prijzen

Dit is een rekenvoorbeeld voor je gaskosten. De jaarafrekening ontvang je in dit voorbeeld op 1 oktober. Het verbruiksplafond tussen 1 januari en 1 oktober is 766 m3. Je verbruik was 730 m3 gas. Op 1 april was er een prijswijziging.

  • Van 1 januari t/m 31 maart was je contractprijs 2,00 euro per m3. Je verbruikte in deze periode 550 m3 gas.

  • Van 1 april t/m 30 september was je contractprijs 1,00 euro per m3. In deze periode verbruikte je 180 m3 gas.


Je leveringskosten voor gas waren in deze periode in totaal 1.280 euro

(550 x 2,00 euro + 180 x 1,00 euro)

Je gemiddelde prijs berekenen we door de kosten te delen door het verbruik. Dat komt uit op 1,75 euro per m3 gas. (1.280 euro / 730 m3). Je gemiddelde contractprijs was dus 0,30 euro hoger dan het prijsplafond (1,75 euro - 1,45 euro).

Je verbruik was 730 m3. Dit ligt onder het verbruiksplafond voor deze periode (766 m3). Voor je hele verbruik heb je dus recht op de plafondprijs. Je kosten komen met het prijsplafond uit op 1.058,50 euro (730 x 1,45 euro). Dat is 221,50 euro minder dan wanneer je je contractprijs had betaald (1.280 euro – 1.058,50 euro). Deze 221,50 euro verschil brengen we in mindering op je jaarnota.

Goed om te weten: aan deze berekening kunnen geen rechten worden ontleend. Door afronding kunnen er kleine verschillen ontstaan.

Heb je zonnepanelen? Het uitgangspunt is dat er zo weinig mogelijk wisselwerking is tussen het prijsplafond en de salderingsregeling. De 2.900 kWh stroom van het prijsplafond is daarom op basis van het netto verbruik. Als je via je zonnepanelen stroom teruglevert wordt er dus eerst gesaldeerd.

Dit is een rekenvoorbeeld voor je gaskosten. De jaarafrekening ontvang je in dit voorbeeld op 1 oktober. Het verbruiksplafond tussen 1 januari en 1 oktober is 766 m3. Je verbruik was 866 m3 gas. Op 1 april was er een prijswijziging.

  • Van 1 januari t/m 31 maart was je contractprijs 2,00 euro per m3. Je verbruikte in deze periode 620 m3 gas.

  • Van 1 april t/m 30 september was je contractprijs 1,00 euro per m3. In deze periode verbruikte je 246 m3 gas.

  • Je leveringskosten voor gas waren in deze periode in totaal 1.486 euro
    (620 x 2,00 euro + 246 x 1,00 euro)

Je gemiddelde prijs berekenen we door de kosten te delen door het verbruik. Dat komt uit op 1,72 euro per m3 gas. (1.486 euro / 866 m3). Je gemiddelde contractprijs was dus 0,27 euro hoger dan het prijsplafond (1,72 euro - 1,45 euro).

Je verbruik was 866 m3. Dit ligt 100 m3 boven het verbruiksplafond voor deze periode (766 m3). Voor de eerste 766 m3 geldt het prijsplafond. Voor de 100 m3 daarboven betaal je de prijs van je contract. De vergoeding van het prijsplafond is dus € 206,82 (766 x 0,27). Dit bedrag wordt op de jaarafrekening in mindering gebracht.

Je leveringskosten voor gas komen dus uit op € 1.279,18 (1.486 – 206,82).

Goed om te weten: aan deze berekening kunnen geen rechten worden ontleend. Door afronding kunnen er kleine verschillen ontstaan.

Heb je zonnepanelen? Het uitgangspunt is dat er zo weinig mogelijk wisselwerking is tussen het prijsplafond en de salderingsregeling. De 2.900 kWh stroom van het prijsplafond is daarom op basis van het netto verbruik. Als je via je zonnepanelen stroom teruglevert wordt er dus eerst gesaldeerd.

Het prijsplafond en je zonnepanelen

Hoe werkt het prijsplafond als je zonnepanelen hebt en stroom teruglevert aan het net? Het uitgangspunt is dat er zo weinig mogelijk wisselwerking is tussen het prijsplafond en de salderingsregeling. De 2.900 kWh stroom van het prijsplafond is daarom op basis van het netto verbruik. Als je via je zonnepanelen stroom teruglevert  wordt er dus eerst gesaldeerd. Dit doen we op jaarbasis, dus van jaarnota tot jaarnota. Of als je overstapt of verhuist van je jaarnota tot en met je eindnota.

Hoe wordt dit berekend?

Hieronder hebben we drie voorbeeldsituaties uitgewerkt:

1. Als je op jaarbasis 2000 kWh teruglevert en 3000 kWh verbruikt, is de netto afname 1000 kWh en valt daarmee volledig binnen het prijsplafond. 
2. Als je op jaarbasis 4000 kWh teruglevert en 3500 kWh verbruikt, is er sprake is van 500 kWh netto teruglevering en is het prijsplafond niet van toepassing. 
3.Als je op jaarbasis 1000 kWh teruglevert en 5000 kWh verbruikt, is de netto afname 4000 kWh. 2900 kWh valt binnen het prijsplafond en 1100 kWh buiten het prijsplafond.

Het prijsplafond zonder slimme meter

Heb je geen slimme meter of ons geen toestemming gegeven om je meterstanden uit te lezen? Dan hebben we je rond 31 december 2022 gevraagd om je meterstanden door te geven. Voor je de jaarafrekening krijg, vragen we je weer je meterstanden door te geven. Geef je ons geen meterstanden door dan schatten we ze. Op het moment van je jaarafrekening kijken we of je binnen de verbruiksgrenzen van het prijsplafond bent gebleven. 

Heb je in 2023 nog een contract met vaste energieprijzen die lager zijn dan de prijsplafondprijzen? Dan betaal je gewoon jouw lagere contractprijs voor je energieverbruik en betaal je minder dan de prijsplafondprijzen. We vragen je dan toch je meterstanden door te geven omdat per 1 januari 2023 de overheidstarieven aangepast worden. 

We vragen bij klanten met traditionele meters in 2023 drie keer de meterstanden uit:

    •  bij de start van het prijsplafond-jaar, dus per 1 januari 2023; 
    • op het moment van je jaarafrekening, om het prijsplafond voordeel te kunnen toepassen; 
    • aan het einde van het prijsplafond-jaar, dus per 31 december 2023, zodat daarmee op de jaarnota van 2024 rekening mee kan worden gehouden. 

Daarnaast vragen we bij een prijswijziging ook de meterstanden bij je uit.  Wil je gedurende het jaar weten of je qua verbruik nog binnen het prijsplafond zit? Noteer dan zelf aan het eind van elke maand je meterstanden, tel je verbruik op en vergelijk met het totaal aan plafondverbruik over dezelfde periode. De prijsplafond-verbruiken per maand zijn terug te vinden in de afbeeldingen op deze pagina. 

Voorbeelden energiekosten met en zonder prijsplafond bij gelijkblijvende prijzen 

Om je een idee te geven van het verschil tussen je energiekosten per maand en per jaar - met en zonder prijsplafond- hebben we een aantal voorbeelden uitgewerkt. Je ziet een huishouden met een laag, gemiddeld en hoog verbruik. Daarnaast hebben we ook een voorbeeld van een gemiddeld zakelijk verbruik en van een huishouden dat van het gas af is.

We hebben gerekend met prijzen die het hele jaar gelijk blijven. Voor stroom gaan we uit van een voorbeeldprijs van 0,87 euro per kWh en voor gas van een voorbeeldprijs 2,72 euro per kuub (m3). De tijdelijke kortingen op energiebelasting vervallen in 2023. Ook berekent de overheid weer het hoge btw-tarief op energie: 21%. Daar is rekening mee gehouden in de berekeningen. 

Moet ik mijn termijnbedrag aanpassen?

Het prijsplafond heeft een positief effect op het variabele deel van je energiekosten tot de verbruiksgrenzen van het prijsplafond. De volgende drie aanpassingen in 2023 zorgen juist voor een verhoging van je energiekosten:

  • de btw gaat weer terug naar het oude niveau – van 9% in 2022 naar 21% in 2023
  • de standaardkorting op de energiebelasting gaat omlaag in 2023
  • de netbeheerkosten stijgen (aangekondigd door de netbeheerders)

Het prijsplafond zorgt er dus voor dat de stijging van je energiekosten, door de andere drie maatregelen, lager uitvalt. De zachte winter en besparingen hebben bij veel huishoudens ook nog een positief effect. Per situatie is het effect van al deze maatregelen verschillend. 

De prijsplafondvergoeding op je jaarnota

Het prijsplafond dat in 2023 van kracht was had ook impact op je jaarnota die je in 2023 ontving. We hebben op die jaarnota berekend of je verbruik, vanaf 1 januari tot de berekendatum van jouw jaarnota, onder de verbruiksgrenzen van het prijsplafond is gebleven.
Om tijdens het jaar een afrekening te kunnen maken, waren de jaargrenzen van 2.900 kWh stroom en 1.200 kuub gas van het prijsplafond verdeeld over de maanden van 2023. Iedere maand had een eigen grensverbruik. De hoogte was verschillend per maand. Want in januari verbruikten we bijvoorbeeld meer gas dan in de zomer.

Veelgestelde vragen over het prijsplafond

Het prijsplafond gold per 1 januari 2023 voor alle huishoudens en bedrijven met een kleinverbruikaansluiting en een verblijfsfunctie, bedoeld om te wonen, werken of verblijven. Woonhuizen, kantoren, aula's en vakantiewoningen zijn voorbeelden van locaties met een verblijfsfunctie. Voorbeelden van locaties zonder verblijfsfunctie zijn garageboxen, trappenhuizen, parkeergarages en feesttenten. Het prijsplafond gold alleen als de prijzen van je vaste of variabele energiecontract hoger waren dan de prijzen van het prijsplafond. Het prijsplafond was dus ook van toepassing als je een vast contract had bij ons.  Let op: het prijsplafond maakte pas verschil als de vaste prijs die je had afgesloten hoger was dan 0,40 euro per kWh voor stroom en 1,45 euro per kuub voor gas (deze prijzen zijn inclusief btw en energiebelastingen).

Ja, als je ondernemer bent en je pand heeft een kleinverbruikaansluiting en een verblijfsfunctie, dan gold het prijsplafond ook voor jou. Een kleinverbruikaansluiting voor stroom is maximaal 3×80 ampère. Bij een gasaansluiting ligt die grens op G40. Woonhuizen, kantoren, aula's en vakantiewoningen zijn voorbeelden van locaties met een verblijfsfunctie. Voorbeelden van locaties zonder verblijfsfunctie zijn garageboxen, trappenhuizen, parkeergarages en feesttenten. Twijfel je of je een kleinverbruikaansluiting hebt? Als je een jaarnota krijgt van ons dan kun je er vanuit gaan dat je een kleinverbruikaansluiting hebt. Het prijsplafond gold alleen als de prijzen van je vaste of variabele energiecontract hoger waren dan de prijzen van het prijsplafond. Het prijsplafond was dus ook van toepassing als je een vast contract had bij ons.  Let op: het prijsplafond maakt pas verschil als de vaste prijs die je had afgesloten hoger is dan 0,40 euro per kWh voor stroom en 1,45 euro per kuub voor gas (deze prijzen zijn inclusief btw en energiebelastingen).

Het uitgangspunt is dat er zo weinig mogelijk wisselwerking is tussen het prijsplafond en de salderingsregeling. De 2.900 kWh stroom van het prijsplafond is daarom op basis van het netto verbruik. Als je via je zonnepanelen stroom teruglevert wordt er dus eerst gesaldeerd. Dit doen we op jaarbasis, dus van jaarnota tot jaarnota. Of als je overstapt of verhuist van je jaarnota tot en met je eindnota.

Hieronder hebben we drie voorbeeldsituaties uitgewerkt:
1. Als je op jaarbasis 2000 kWh teruglevert en 3000 kWh verbruikt, is de netto afname 1000 kWh en valt daarmee volledig binnen het prijsplafond. 
2. Als je op jaarbasis 4000 kWh teruglevert en 3500 kWh verbruikt, is er sprake is van 500 kWh netto teruglevering en is het prijsplafond niet van toepassing. 
3.Als je op jaarbasis 1000 kWh teruglevert en 5000 kWh verbruikt, is de netto afname 4000 kWh. 2900 kWh valt binnen het prijsplafond en 1100 kWh buiten het prijsplafond.

Heb je geen slimme meter of ons geen toestemming gegeven om je meterstanden uit te lezen? Dan hebben we je rond 31 december 2022 gevraagd om je meterstanden door te geven. Voor je de jaarafrekening krijgt, vragen we je weer je meterstanden door te geven. Geef je ons geen meterstanden door dan schatten we ze. Op het moment van je jaarafrekening kijken we of je binnen de verbruiksgrenzen van het prijsplafond bent gebleven. 

Heb je in 2023 nog een contract met vaste energieprijzen die lager zijn dan de prijsplafondprijzen? Dan betaal je gewoon jouw lagere contractprijs voor je energieverbruik en betaal je minder dan de prijsplafondprijzen. We vragen je dan toch je meterstanden door te geven omdat per 1 januari 2023 de overheidstarieven aangepast worden. 

We vragen bij klanten met traditionele meters in 2023 drie keer de meterstanden uit:  bij de start van het prijsplafond-jaar, dus per 1 januari 2023;  op het moment van je jaarafrekening, om het prijsplafond voordeel te kunnen toepassen;  aan het einde van het prijsplafond-jaar, dus per 31 december 2023, zodat daarmee op de jaarnota van 2024 rekening mee kan worden gehouden.  Daarnaast vragen we bij een prijswijziging ook de meterstanden bij je uit. 

Wil je gedurende het jaar weten of je qua verbruik nog binnen het prijsplafond zit? Noteer dan zelf aan het eind van elke maand je meterstanden, tel je verbruik op en vergelijk met het totaal aan plafondverbruik over dezelfde periode. De prijsplafond-verbruiken per maand zijn terug te vinden in de afbeeldingen op deze pagina. 

De stijgende energieprijzen kunnen het betalen van je energienota lastig maken, ondanks het prijsplafond. Maar er zijn veel organisaties die je daarbij kunnen helpen: online, met behulp van vrijwilligers of met professionele schuldhulpverleners. Deze organisaties staan klaar om je te helpen.

Als je in 2023 overstapt of verhuist, maken we een eindnota voor je. Dan wordt jouw verbruik in 2023 tot en met de einddatum van je contract opgeteld en tegen het opgetelde verbruik van het prijsplafond afgezet. Het prijsplafond heeft elke maand een eigen maximaal verbruik, zodat deze afrekening gemaakt kan worden. Zie ook de alinea “Wat zijn de verbruiksgrenzen van het prijsplafond per maand?” op deze pagina.

Voorbeeld:

Stel, je verhuist op 1 oktober en krijgt dan je eindnota. We kijken of je van 1 januari t/m 30 september onder het maximale verbruik van het prijsplafond voor die periode bent gebleven.
Is dat het geval, dan betaal voor je volledige verbruik de prijzen van het prijsplafond. Heb je toch meer energie verbruikt, dan betaal je daarvoor de prijzen van je vaste of variabele contract. Let op: alleen als die prijs hoger dan de prijsplafondprijzen van 0,40 euro per kWh of 1,45 euro per kuub (m3) liggen.

Had je een contract met vaste energieprijzen die lager zijn dan de prijsplafondprijzen? Dan betaal je voor je eindnota gewoon je lagere contractprijs voor je energieverbruik en betaal je minder dan de prijsplafondprijzen.

Na je eindnota of jaarnota begint een nieuwe prijsplafond verrekenperiode. Die duurt t/m 31 december 2023: de einddatum van het prijsplafond. Deze zie je terug op je jaarnota of eindnota van 2024.

Heb je een dubbeltariefmeter? Dan wordt je stroomverbruik verdeeld in ‘normaal’ en ‘dal’ verbruik. Normaalverbruik wordt afgerekend tegen het ‘normaaltarief’ van je contract, dalverbruik wordt afgerekend tegen het ‘daltarief’ van je contract. Met het prijsplafond krijg je het verschil tussen je contractprijs en de plafondprijs als korting op je energierekening. Je contractprijs wordt als een gewogen gemiddelde berekend, dus in het geval van een dubbeltarief meter wordt dit berekend door normaalverbruik te vermenigvuldigen met normaaltarief en dalverbruik te vermenigvuldigen met daltarief en de som hiervan (je totale stroomkosten) te delen door je totale verbruik.